Quantcast
Channel: Dodo's in het wild
Viewing all articles
Browse latest Browse all 35

De Buddenbrooks

$
0
0

Thomas Mann is een van de klinkende namen op de Nobelprijslijst. Vreemd genoeg kreeg hij de prijs niet voor een van zijn meest iconische werken Dood in Venetië, De toverberg of Doktor Faustus. De jury prees in 1929 vooral De Buddenbrooks , ook al was het boek ondertussen meer dan 25 jaar oud. Voor mij dus de vraag welk boek ik zou lezen. Ik stond in de bibliotheek met de novelle Dood in Venetië (160 bladzijden) in de ene hand en De Buddenbrooks (616) in de andere, maar omwille van de nobelprijsjury, werd het De Buddenbrooks.

De Buddenbrooks heeft als ondertitel Verval van een familie. Het vertelt de geschiedenis van 4 generaties Buddenbrooks, een koopmansfamilie uit Lübeck (de geboortestad van Mann). Het boek uit 1901 is een intrigerende tijdsmachine over het leven in de 19de eeuw van de Duitse bovenklasse. Bij die periode kon ik me maar weinig voorstellen en dat maakte het boek erg boeiend. Dit miniuniversum in Lübeck met senatoren en consuls, kuuroorden aan zee, de kille afstandelijkheid en het uiterste belang van voornaam voorkomen van de hogere klasse wordt treffend neergezet doorheen de 600 pagina’s. Soms lijkt het wel of de personages van een andere planeet komen, zo ver staan ze af van het hier en nu. Toch schetst Mann ze een voor een met veel eerbied en liefde, waardoor ze zoals het in een roman van dit formaat hoort, helemaal tot leven komen. Zelfs de vele nevenpersonages komen helemaal tot hun recht. Hier graag een speciale vermelding voor twee van hen, Doktor Grabow wiens standaard medicijn “een duifje met stokbrood” is en de zenuwachtige tandarts Brecht die zonder verdoving de tanden trekt van de Buddenbrooks.

Mann vertelt de geschiedenis van De Buddenbrooks in een verassend moderne stijl. De alwetende verteller beschrijft droog wat er zich afspeelt in de hoofden van de personages. Hij zal nooit uitweiden over verleden of toekomst, maar blijft consequent in het heden en schetst de familiegeschiedenis aan de hand van verschillende momentopnames, een kerstfeest, een vakantie aan zee of het 100-jarig bestaan van de zaak. De schrijver registreert deze momenten met een zekere afstandelijkheid. Een ander modern element is dat Mann bepaalde belangrijke dingen slechts terzijde benoemd, zonder al te expliciet aan te duiden wat er aan de hand is, zoals het bloemenmeisje van Johann Junior die in de Fishergrube woont.

Aan andere dingen merk je dan wel weer dat het een boek van 1901 is. Mann heeft de gewoonte elk personage gedetailleerd te beschrijven, of het nu de knecht is die een telegram komt brengen of een van de hoofdpersonages; ze worden allemaal uitvoerig van boven tot onder becommentarieerd. Hierdoor was het boek soms wel een opgave om te lezen. Naast deze langdradige gewoonte heeft Mann ook vaak veel pagina’s nodig om zijn punt te maken. En als de ondertitel “verval van een familie” is, verwacht je spectaculaire plotwendingen en dramatische ontknopingen. Die blijven grotendeels uit, het boek heeft een begin en kabbelt dan rustig door tot de laatste pagina’s, het verval waarvan hier sprake is eerder als een oud Duits kasteel dat steen na steen aftakelt. Het verval van waarden wordt aangetoond, maar het ineens instorten van een toren zou toch een beetje spannender zijn.

Alles aan De Buddenbrooks boek is koel, afstandelijk, beredeneerd met een tikkeltje speelse ironie. Boeiend om te lezen, maar soms wat langdradig.

  • Quote: “Ik ben toch geen gansje meer”
  • Lievelingspersonage: Tony Buddenbrook

Viewing all articles
Browse latest Browse all 35