Het Genootschap van het Genot van het Boek vlijde zich neer onder een mammoetboom en las met enige volharding Tot in de hemel van Richard Powers.
In Tot in de hemel spelen bomen een centrale rol in het leven van negen Amerikanen. Doorheen het boek wordt die band sterker tot ze op den duur allemaal overgaan tot een of andere vorm van activisme. Richard Powers kreeg voor dit boek de 2019 Pulitzer Prize voor non-fictie. Voor de leden van Het Genootschap van het Genot van het Boek is een boom in de eerste plaats ideale grondstof voor een vuistdik boek. Want vonden zij ervan?
Tot in de hemel start met de negen ontstaansverhalen, voor elk personage een. Het zijn negen kortverhalen die je meteen verplaatsen in de leefwereld van de gemiddelde boom en tegelijkertijd de personages prachtig schetsen. Na dat fantastische begin kent de roman wat meer hoogtes en laagtes. Voor het ene Lid waren de bergen wat veelvuldiger dan dat de dalen dieper waren voor de anderen. Bovendien is er geen eenduidig hoofdpersonage, waardoor het boek bij momenten een beetje doelloos voorbij kabbelt.
Bovenop de vele personages gebruikt Powers graag moeilijke woorden. Daardoor was enige volharding nodig, of zoals het op 1 na Nieuwste Lid het verwoordde “ik heb me niet geërgerd, maar wel geworsteld met taal en structuur”. Wat ook niet helpt is dat de schrijver zijn boodschap -bomen zijn goed en mensen zijn slecht en met de bomen gaat het vanzelf beter gaan als de mensen er niet meer zijn- er op alle mogelijke manieren (soms subtiel, soms met een joekel van een betuttelende voorhamer) inbeukt. Sommige Leden onderdrukten meer dan eens de neiging om het boek door de kamer te flikkeren, zo goed als iedereen moest op het einde doorduwen om het boek uit te lezen.
Toch liet deze roman Het Genootschap van het Genot van het Boek allerminst onberoerd. Er werden driftig bomenfoto’s gedeeld en meer dan een Genootschapslid keek met verfrissende en vernieuwde belangstelling naar de bomen waar hij of zij al duizend keer voorbij was gewandeld. Ook het recente wetenschappelijk onderzoek dat Richard Powers in het boek verwerkt, fascineerde het Genootschap. Wist je dat bomen elkaar waarschuwen als er een insectenaanval komt? Wist je dat bomen met elkaar kunnen praten? Wist dat je de kruinen van bomen elkaar nooit raken? Wist je dat je een boomstronk soms in leven gehouden kan worden door zijn buren? Tijdens de vergadering durfde geen enkel Lid bekennen dat er tijdens het lezen stiekem een boom geknuffeld werd, maar de leugendetector die voor zulke moeilijke kwesties anders wordt bovengehaald, was uitgeleend aan het Comité ter bevordering van het kleurenwiezen.
Het Genootschap van het Genot ging op en neer op de hoogtes en laagtes van Tot in de hemel en kon daar een interessant boompje over opzetten. En wat waren de meeste leden blij dat ze het e-book gelezen hadden.
Quotes:
- Wanneer het hoofd van haar kleine houten popje eraf valt, plant ze het in de tuin, omdat ze zeker weet dat er weer een lichaam aan zal groeien.
- De mens heeft niet het monopolie op merkwaardig gedrag. Andere wezens – grotere, tragere, oudere, bestendigere – hebben het voor het zeggen, zijn verantwoordelijk voor het weer, voeden de schepping en scheppen zelfs de lucht.
- Feitelijke kennis bestaat niet. Nederig zijn en observeren, dat is het enige waar je altijd iets aan hebt.
- Wanneer je een boom kapt, moet wat je ervan maakt minstens zo wonderbaarlijk zijn als wat je hebt gekapt.
- Here, five years is a generation, fifty is archeology, and anything older shades off into legend. And yet, places remember what people forget.
- Property and mastery: nothing else counts. Earth will be monetized until all trees grow in straight lines, three people will own all seven continents, and every large organism is bred to be slaughtered.
- Civilized yards are all alike. Every wild yard is wild in its own way.