Quo vadis dwingt bewondering af. Zowel het boek, de schrijver als de personages. De schrijver, Henryk Sienkiewicz is een monument van de Poolse literatuur. Hij schreef ondermeer een trilogie over het 17de eeuwse Polen dat meneer inwoner van het land verslonden heeft. In 1896 volgde Quo Vadis, een roman over het vroege Christendom in Rome dat, ondermeer door een jaren 50 Hollywood versie, bekender zou worden dan de schrijver zelf.
De roman vertelt het verhaal van Marcus Vinicius, een in testosteron gedrenkte Romeinse tribuun die verliefd wordt op Lygia, een prinses van de Lugii (een Germaanse stam die voornamelijk in Polen rondhing). Petronius, de oom van Vinicius, is de “arbiter of elegance” en vertrouweling van keizer Nero. Via Nero slaagt Petronius erin om Lygia voor zijn neef te schaken. Maar Lygia kan ontsnappen en verdwijnt in de krochten van de wereldstad. Vinicius doorzoekt heel Rome en vindt haar uiteindelijk bij de Christenen, een duistere sekte die, volgens de Romein in de straat, kinderen eet en waterfonteinen vergiftigt. Om haar liefde te winnen zal de goddeloze en hardvochtige tribuun Vinicius zich tot dat revolutionaire nieuwe geloof moeten bekeren.
Sienkiewicz verwerkte veel historische feiten in Quo Vadis; Petronius was de rechterhand van de Romeinse keizer Nero, er was een grote brand in Rome in 64 n. Chr. en de Christenen zijn door deze keizer vervolgd. Het idee voor het boek kreeg de schrijver op de Via Appia, aan een kerk die de naam “Domine Quo Vadis” draagt. Petrus zou ten tijde van de christenvervolgingen de stad hebben willen ontvluchten en ontmoette Jezus Christus op deze plaats. “Domine, quo vadis (Waar ga je heen, heer)” vroeg Petrus aan Jezus. “Eo Roman iterum crucifigi (Ik ga naar Rome om opnieuw gekruisigd te worden)” zou deze geantwoord hebben. Petrus trok terug naar Rome om opnieuw het geloof te verkondigen tot ook hij uiteindelijk opgepakt en gekruisigd wordt. (Er is ook nog een fascinerende legende over het omgekeerde petruskruis, maar dat heeft jammer genoeg niets meer met dit boek maken).
Quo Vadis is een boek om te bewonderen. Het verhaal met de mengeling van echt bestaande personen en fictieve personages is even vernuftig in elkaar geschroefd als een Zwitsers zakhorloge en de plot is een schoolvoorbeeld van hoe je een spannend en meeslepend verhaal opbouwt. Quo Vadis is ook zonder twijfel het werk van een gelovig man met een missie. Je kan niet anders dan bewondering opbrengen voor die eerste Christelijke martelaren die helemaal tegen de oppervlakkige tijdsgeest ingaan en een revolutie veroorzaken in het denken en leven van de Romeinse burger. De bewondering neemt alleen maar toe als je leest hoe ze dat geloof zonder verzet bekopen met hun leven.
Toch leidt niet elke weg naar Rome. Quo Vadis is nog goed leesbaar, maar het boek is bijna 125 jaar oud. Zo wordt er veel meer verteld dan dat er getoond wordt. Petronius houdt meer dan een ongeloofwaardige monoloog waarin hij zijn hele handelen verklaart en ook Vinicius praat erg veel over zijn gevoelens voor een stoere Romeinse soldaat. Bovendien is Lygia als hoofdpersonage maar een mager beestje. Ze heeft nogal vaak last van een “heaving bossom” en doet eigenlijk weinig meer dan veel bidden en zich verliefd voelen.
Maar waar het meeste mos op de marmeren kaft van dit boek verschijnt, is in zijn historische correctheid. Hoewel de schrijver zeker zijn best heeft gedaan om zich te baseren op historische bronnen, wordt het beeld dat Sienkiewicz in 1896 schetst van het Rome van Nero ondertussen toch lichtjes in twijfel getrokken. In Quo Vadis wordt geïnsinueerd dat de grote brand van Rome in opdracht van Nero zou gebeurd zijn (en tijdens de brand een optreden gaf), maar daar is men tegenwoordig niet zo zeker van. Bovendien is men lang niet meer zo zeker dat de christenen hiervan de schuld kregen en de verschrikkelijke martelarenscenes zijn waarschijnlijk overdreven. Dat doet niets af aan de literaire kwaliteiten van het boek, maar daardoor is Quo Vadis eerder een buitengewoon geslaagd boek-met-een-boodschap dan een historisch correct meesterwerk.
Quotes:
- Whoso does not play at dice will not lose property, but still people play at dice
- Caesar rose on a sudden, extended his hand, and began to declaim “Hearts call for vengeance, and vengeance wants a victim”
- And all at once he saw before him a precipe, as it were without bottom.He was a patrician, a military tribune, a powerful man; but above every power of that world to which he belonged was a madman whose will and malignity it was impossible to foresee. Only such people as the Christians might cease to reckon with Nero or fear him,—people for whom this whole world, with its separations and sufferings, was as nothing; people for whom death itself was as nothing. All others had to tremble before him.